Docente Wmo én trainer bij de BABS, dat is een interessante combinatie! Trouw je zelf ook mensen of draag jij je kennis voornamelijk over aan anderen?
Jazeker, op vrijdagen en zaterdagen ben ik zelf aan het trouwen! Ik heb veel moeten speechen in mijn leven en ik kreeg vaak te horen: ‘Jij kunt goed praten, doe daar nou eens iets mee!’ Toen een collega van mij ging trouwen, vroeg hij of ik de ceremonie wilde leiden. We ontdekten toen dat dat niet zomaar kon. Inmiddels werk ik alweer zo’n 20 jaar als trouwambtenaar bij een gemeente en trouw ik mensen in opdracht van die gemeente. Het is echt een feestje om te doen. Het trouwseizoen staat weer voor de deur en in april en mei is het al drukker geworden. Juni en september zijn de drukste maanden.
Waarom ben je docent geworden?
Ik werd gevraagd door een oud collega die bij Bestuursacademie Zuid-Nederland was gaan werken. Hij vond dat ik wel les kon geven. Veel verder dan: ‘Ik wil het wel proberen’ kwam ik niet. Ik had ook nog nooit voor een klas gestaan. Zijn reactie was: ‘Geen flauwekul. Vanaf nu zeg je dat je het kunt!’ Het lukte, dus toch had hij ergens wel gelijk. Inmiddels geef ik ook les bij andere instituten, maar nog niet zo lang als bij de Bestuursacademie. De leslocaties zijn in één woord TOP! Mensen genieten van alle luxe en van het lekkere eten. De lesdag wordt daardoor een feestje.
Wat is je de afgelopen jaren opgevallen in je vakgebieden?
De Wmo is altijd in beweging. Als kwaliteitsadviseur hou ik ontwikkelingen goed bij en dat zie je terug in mijn lessen.
Ik geef les aan hele gevarieerde groepen en wat me echt is opgevallen, is dat de gemiddelde Nederlander denkt dat mensen trouwen iets is wat iedereen zo maar even kan en mag doen. Dat is het niet! Het is een ambt en een vak. Een leuke speech is mogelijk, maar het huwelijk is net zo serieus als de Wmo. Beide hebben wettelijke en emotionele aspecten. Je moet als trouwambtenaar ook beëdigd zijn bij de rechtbank. Veel studenten zijn teleurgesteld als ze dat horen, omdat ze zich dan realiseren dat ze niet zo maar BABS zijn. Toch ervaren studenten de cursus als zeer positief. Bij mij leer je alle kneepjes van het schitterende vak en vertel ik veel over de praktijk.
Hoe speel je in op de verschillende behoeften vanuit de studenten?
Ik probeer vooral te ‘spiegelen’ en te kijken wat iemand nodig heeft. Mensen die steeds op de telefoon kijken, krijgen vaker een beurt. In elk geval probeer ik de stof, hoe droog die soms ook is, smeuïg te brengen. Als ik studenten een wetsartikel laat voorlezen, waarin zo’n 93 woorden zonder komma of causaal verband staat, begrijpen ze het vaak eerst niet. Als ik vraag of de een het aan de ander wil uitleggen, dan weten ze eerst allebei niet wat ze hebben gelezen. Maar door er samen actief mee aan de slag te gaan, blijven ze betrokken. Ik gebruik ook praktijkvoorbeelden en stel directe vragen. Daarnaast kan ik met 35 jaar cabaretervaring snel reageren. Ik heb heel wat one liners paraat, haha!
Wanneer is een les voor jou geslaagd?
Dat vraag ik ook vaak aan het begin van mijn eigen lessen. Na jaren lesgeven durf ik wel te zeggen dat ik nu over aardig wat kennis beschik. Geen vraag is te gek, maar sommige studenten stellen meer vragen dan ik kan beantwoorden. Dat vind ik geweldig, want het toont hun oprechte interesse. Een les is geslaagd als studenten na afloop zeggen dat ze balen dat de cursus is afgelopen en dat ze het leuk en leerzaam vonden!
Vanaf 2003 ben je werkzaam bij ons, heeft de Bestuursacademie jou in je professionele of persoonlijke ontwikkeling geholpen?
Absoluut, op beide gebieden! Professioneel leer ik veel van de praktijkvoorbeelden van mijn studenten. Daardoor hoor ik dingen die ik nog niet eerder heb gehoord. Ik vind het leuk om dat dan later uit te pluizen, daar leer ik zelf heel veel van. Op persoonlijk vlak heb ik ook veel geleerd, door voor diverse groepen te staan. Het is te veel om op te noemen. Ik raad iedereen aan om trainingen te volgen en je te blijven ontwikkelen. En voor de toekomstige docenten die les willen gaan geven: het gaat er niet om hoeveel je weet, maar of en hoe je de stof kunt overbrengen. Wees niet saai en geef er je eigen draai aan!