Olaf Schuwer

Wij blikken dit jubileumjaar terug samen met Olaf Schuwer, die tussen 1980 en 1984 studerende was aan de voormalige Bestuursschool Groningen. Vervolgens is hij 23 jaar lang tot 2015 als docent verbonden geweest aan Bestuursacademie Noord- en Oost Nederland en Bestuursacademie Nederland.

Waarom heb je er destijds voor gekozen om bij de Bestuursacademie aan de slag te gaan?  

Als Hoger Bestuursambtenaar (in opleiding) had ik ervaren wat goede en gerichte opleidingen voor invloed hebben op je functioneren en ontwikkelen als ambtenaar. Dat heeft mij mede gestimuleerd om na het behalen van het diploma HBA verder te studeren aan de universiteit.
Ik ben vervolgens gaan lesgeven uit gedrevenheid en pure belangstelling voor het juridische vak binnen de gemeentelijke organisatie, dit bezien tegen de achtergrond van mijn eigen ervaringen als student aan de bestuursschool. Docent worden voor de Bestuursacademie was voor mij een wijze om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van talent bij mijn cursisten. En daarmee een bijdrage te leveren aan een (juridisch) optimaal werkende gemeentelijke organisatie.
  

Wat was het leukste aan lesgeven bij de Bestuursacademie?

Dat je zelf het meest leert van de vragen die cursisten aan je stellen! Maar ook het opdoen en onderhouden van contacten, ik heb daar veel aan gehad.
  

Welke momenten zijn je bijgebleven?

Te veel om op te noemen! Ik ben af en toe nog eens mijn oud-studenten tegengekomen die dan vertelden dat ze veel van mij hadden geleerd. Dat is natuurlijk altijd leuk om te horen, het is fijn om te weten dat mensen oppakken en toepassen wat je vertelt.
  

Welke veranderingen heb je in die 23 jaar tijd meegemaakt binnen je vakgebied en welke invloed had dit op je lesgeven?

De wet- en regelgeving verandert voortdurend en het is zaak om dat in de lessen die je geeft te verwerken. Natuurlijk kwam het ook voor dat studenten daardoor moeite hadden met het vak. Daarom vond ik het belangrijk om de lessen praktisch en herkenbaar te maken. Ik zag het als een vorm van bedrijfsonderwijs, de studenten moeten de stof wel in de praktijk kunnen toepassen. Het was mijn missie om het “saaie” recht tot iets moois te maken. Daarom bespraken we regelmatig casussen in de les of liet ik ze met eigen praktijkvoorbeelden oefenen.
  

Wat was het meest uitdagende aspect aan het lesgeven?

Elke groep heeft zijn eigen DNA! Dus uitdaging was er altijd, maar gelukkig vond ik mijn vak leuk om te geven, haha. Ik bedacht me van tevoren altijd hoe ik het beste contact wilde krijgen met mijn studenten. Zo begon ik mijn lessen met een voorstelronde en vroeg ik ze wat dit een geslaagde cursus zou maken volgens hen. Zo kwam ik tot wederzijds begrip. Om ze scherp te houden zei ik soms met opzet iets wat niet klopte. Gelukkig viel dat op!
  

En andersom, hielden de studenten jou ook scherp?

Absoluut! Ik benadrukte ooit in mijn les dat ik woord voor woord ging nakijken wat ze zouden inleveren. Maar met zoveel studenten is dat eigenlijk ondoenlijk, dus zo af en toe las ik dan over een woord heen. Achteraf bleek dat een paar studenten een zinnetje in hun werkstuk hadden gezet met de tekst: “Als u dit leest, krijgt u een reep chocola”. Ik kreeg geen reep chocola, maar zij kregen wel een extra punt van mij, haha!
  

Welke tip zou je geven aan de mensen die overwegen om ook les te gaan geven of een opleiding willen volgen, maar nog net dat laatste zetje nodig hebben?  

Je hebt je talenten niet gekregen om te bewaren, maar om ze optimaal te ontwikkelen!