Vorige week moest mijn eigen auto een onderhoudsbeurt hebben. Daarom had ik een wat oudere leenauto mee van de garage. Toen ik de radio daarvan aanzette, klonk er een mechanisch rommelend geluid uit de kofferbak. Verontrust keek ik achterom: wat ging er mis? Niets dus, want ik zag net nog het puntje van de elektrische antenne omhooggaan.
Och ja, vroeger hadden auto’s een antenne die automatisch omhoogging als je de radio aandeed. Die stak dan trots de lucht in uit de kofferbak. Zo kon je van buitenaf al zien of iemand naar de radio zat te luisteren, ook als hij het volume niet op 15 had staan.
Toen ik jong was, was het 27MC-bakkie helemaal hip en happening. Als je die in je auto had zitten, was je herkenbaar aan de antenne van, in mijn herinnering, minstens 3 meter die op het autodak stond. En op het dak van ieder huis stond een televisieantenne.
Vervolgens kwam de autotelefoon. Die vroeg om een extra antenne, naast de radioantenne. Ken je ze nog, de antennes die op het autoraam gemonteerd werden voor een betere ontvangst voor je Nokia? En dan had je natuurlijk ook de nepplakantennes van de Blokker voor de wannabe-autotelefooneigenaren.
Tegenwoordig is de antenne verdwenen. In mijn mobiel zit vast nog wel een antenne, maar vraag me niet om die aan te wijzen. Ook de radioantenne van auto’s zitten keurig weggewerkt in de achterruit of bumper. Niet meer uitstekend, onzichtbaar dus. De dagen van de zichtbare antenne lijken dus geteld.
Maar hoe zit het dan met de politieke antenne? Is die nog herkenbaar bij de overheidsprofessional van vandaag? Of zijn de dagen van de politieke antenne ook geteld?
Bij de ambtenaar van vroeger was hij van buitenaf nog makkelijk te spotten: alle diploma’s van Bestuursacademie Nederland aan de muur, stropdas voor, een colbertje dat aanging zodra hij van de afdeling afging en dan het liefst met een stapel dossiers onder de arm. Maar die stapel papier heeft plaatsgemaakt voor een iPad, het pak met stropdas voor de ‘casual business look’ of de spijkerbroek met shirt, en de ‘hij’ is steeds vaker een ‘zij’.
Hoe herken je dan nog een politieke antenne? Of, misschien in deze tijd nog wel belangrijker, een maatschappelijke antenne? Want dat een antenne niet meer zichtbaar uitsteekt, betekent niet dat je ook geen uitstekende antenne hebt.
Die antenne toont zich nu veel meer in de manier waarop de professional de omgeving weet in te schatten, snapt hoe de hazen lopen in de verschillende krachtenvelden en verschillende beïnvloedingsstijlen weet toe te passen. In hoe hij (of zij dus) in gesprek komt en blijft met politiek en maatschappij. Hoe hij signalen opvangt, risico’s herkent en hierop anticipeert. Zodat hij in zijn werk daadwerkelijk vorm geeft aan die politiek-maatschappelijk antenne, die o zo onmisbaar is als je werkt in het openbaar bestuur.
Hoe functioneert jouw politieke antenne eigenlijk? Steekt deze uit of is deze uitstekend? Deelnemers aan ons spel ‘Hoe lopen de hazen’ worden soms verrast door de gevoeligheid van hun eigen antenne of door de blinde vlekken die deze heeft. Speel het spel eens samen met uw collega’s en zie welke (on)zichtbare antennes uitstekend werken, welke signalen u zonder ruis oppikt en wat u hiermee doet.