Een mooie woensdagochtend in juni. Zo’n dag waarvan je bij de eerste zonnestralen al aanvoelt dat het warm gaat worden en dat aan het einde van de dag een onweersbui voor verkoeling zal gaan zorgen. De Secretaris zat peinzend achter zijn bureau, uitkijkend over het groene landschap van zijn mooie gemeente. Blij dat hij in al die veranderingen van Het Nieuwe Werken wel zijn vaste kamer met dit prachtige uitzicht had kunnen behouden. Minder blij was hij met de collegevergadering van gisteren. Ze hadden het burgertrevredenheidsonderzoek besproken en het College was er niet vrolijk van geworden. Sinds de herindeling was de burgertevredenheid gezakt van 8,3 naar 6,7. Natuurlijk hadden ze wel wat terugval verwacht, omdat de nieuwe ambtelijke organisatie zijn draai nog moest vinden, maar een daling van 1,6 punten? Gelukkig had het College niet te veel teruggeblikt, maar juist vooruitgekeken. In goed overleg hadden ze gisterochtend uiteindelijk samen ideeën bedacht hoe ze de ambtenaren weer beter konden laten functioneren. En om de vaart erin te houden, ging hij die vandaag meteen in het MT-overleg doorgeven.
Woensdagmiddag. De Secretaris zat weer achter zijn bureau. Het was nog steeds warm. Maar hij had het gevoel dat het toch al stevig geonweerd had. Niet buiten, maar in vergaderzaal 4.6A, waar hij die ochtend met het MT bij elkaar zat. Hij was begonnen met een duidelijke uitleg van de noodzaak om tevreden burgers te hebben. En dat een daling in burgertevredenheid ook wel te verwachten viel na herindeling, met alle opstartproblemen die bij een nieuwe organisatie onvermijdelijk zijn. Hij had verteld dat het College niet eiste dat er volgend jaar direct weer een 8,3 werd gescoord, maar dat er toch wel een 7,8 in moest zitten. En vervolgens had hij de maatregelen toegelicht die ze bedacht hadden. Om de doorlooptijd van vergunningsaanvragen te verbeteren, zouden de managers hier meer op moeten sturen. In plaats van één keer per maand de voortgangslijst rond te sturen, zouden ze dat nu iedere week moeten doen en wekelijks met de medewerkers om tafel moeten gaan om deze voortgangslijst en de tijdschrijfoverzichten door te spreken. Om de burgerparticipatie te vergroten, zouden we in ons format van beleidsstukken een verplicht kopje Burgerparticipatie moeten maken en checken of dat wel ingevuld is. Ook zou er meer integraal gewerkt moeten worden. Iedere WMO-consulent zou daarom een checklist mee moeten krijgen waar alle gemeentelijke producten op staan, zodat hij deze onder de aandacht kan brengen in gesprekken met burgers. En alle baliemedewerkers, wijkregisseurs en casemanagers zouden een dag per maand mee moeten draaien in het KCC, zodat zij meer gevoel krijgen bij de vragen van burgers.
De reacties in het MT logen er niet om. De onweersbui knetterde flink. De MT-leden verweten de collegeleden dat ze in de duimschroefreflex waren geschoten in plaats van te kijken wat er nu precies aan de hand was. Dat meer controle er niet toe leidt dat je ‘in control’ bent. Dat de huidige samenleving een andere overheid vraagt, die meer samen met de inwoners op zoek gaat naar oplossingen en dat de voor de nieuwe organisatie bedachte processen juist de mogelijkheid wegnamen om dit te doen. Dat ze heel blij waren dat het College kaders en de te bereiken effecten aangaf, maar dat het toch de vakdeskundigheid van het MT moest zijn om te bepalen hóe deze effecten het beste gehaald kunnen worden. Dat het College altijd de Raad verwijt dat deze op de stoel van het College gaat zitten, maar dat het College nu duidelijk op de stoel van het MT ging zitten. Iemand begon zelfs over Simon Sinek, ‘leid de mensen en niet de getallen’, en dat het College veel inspirerender zou moeten zijn.
Gelukkig had de Secretaris ook genoeg kritische artikelen gelezen over de Golden Circle en kon hij die laatste opmerkingen dus makkelijk pareren. En wat betreft die vrijheid om te bepalen hoe die effecten gehaald worden: het burgertevredenheidsonderzoek had toch aangetoond dat het de nieuwe organisatie niet gelukt was om de score vast te houden? Nee, sturing vanuit het College was meer dan ooit bittere noodzaak, bedacht hij, weer uitkijkend over het groene landschap. Misschien moesten de duimschroeven nog wel iets meer aangedraaid worden, want schijnbaar was de boodschap in het MT nog steeds niet goed begrepen. Dan zou de onweersbui vanzelf wel weer overtrekken.