“Het werk van de vuilnisophaaldienst is misschien wel van groter belang dan ons werk.” Met deze bemoedigende mededeling kwam mijn toenmalige chef 43 jaar geleden naar mij toe, op mijn 2e werkdag op de – zoals die toen nog heette – afdeling Bevolking.
Vanuit die relativerende invalshoek denk ik ook weleens na over mijn werk. Ons werk. Jazeker, mijn werk, ons werk doet er zeker toe. Ik vind dat afdelingen Burger- en/of Publiekszaken zeer belangrijke taken hebben. Wij beheren immers ‘de’ registers met persoonsgegevens (BRP en burgerlijke stand) en wij zien ook heel vaak als eersten waar het niet goed gaat.
Maar doet mijn werk er straks ook nog toe? Want er is nu echt een noodzaak om te veranderen. Iedereen heeft het steeds over de digitalisering van ons werk, maar we hebben ook te maken met de steeds mondiger wordende burger en met wetgeving die per definitie achterloopt. En de internationale spanningen lopen alleen maar op…
Natuurlijk, onze dienstverlening wordt straks anders. De digitalisering staat als het ware om de hoek en een aantal massaproducten wordt minder. Paspoorten zijn intussen 10 jaar geldig in plaats van 5 jaar en voor rijbewijzen loopt er een pilot, waardoor over een paar jaar een vernieuwing van het rijbewijs digitaal kan worden aangevraagd. Hierdoor komen er steeds minder mensen naar de balie. Maar de meer complexe zaken die zich niet voor digitalisering lenen, blijven over. En daardoor wordt de backoffice ineens frontoffice.
‘Van uitvoerder naar aanvoerder’ heb ik al eens gezegd. Daarvoor en daarom moeten u en ik aan de bak! We moeten aan de slag met handhaving en burgers die in de knel komen door onze ingewikkelde wet- en regelgeving, maar ook met de burgers die het niet zo nauw nemen met onze regels.
Iedere professionele medewerker moet zich realiseren dat in de toekomst niet alle zegen meer van boven komt. En moet dus zélf gaan nadenken over opleidingen. Hoe houd ik mijn vakkennis bij? Maar ook: zit ik nog wel op de juiste plek? Gebruik ik mijn talenten wel op de juiste manier? En vindt mijn leidinggevende dat ook?
Ook als managers moeten we aan de bak. Hoe bereid ik mijn organisatieonderdeel voor op deze veranderingen? Kan iedereen mee? Dat betekent dus: nadenken over de talenten van onze medewerkers. Zit iedereen op de juiste plaats? En welke niet-ontdekte talenten heb ik in mijn organisatie? Maar ook met mensen in gesprek gaan over hun toekomst! En dat moet een eerlijk gesprek zijn, want er is helaas straks niet meer voor iedereen plaats in de herberg…
Maar vergeet ook de vakinhoudelijke kant niet. Je kunt namelijk niets over de toekomst zeggen, zonder het verleden te kennen!
Dus terug naar de vraag die ik mij stelde: “Doet mijn werk er straks nog toe?” Jazeker, mijn werk als manager en ons inhoudelijk werk doet er nog steeds toe, maar dat zal zeker niet vanzelf gaan. Wij moeten onszelf veranderen naar een nieuw soort dienstverleners om ook in de toekomst nog relevant te zijn.