Een man is aan de wandel met zijn hondje. Vlak bij huis gekomen poept de hond in de grasstrook langs de weg. Geroutineerd vouwt de man een zakje om zijn hand, doet de uitwerpselen van de hond er in, plooit het zakje terug en knoopt het dicht. Hij wil de laatste meters naar huis afleggen, als hij wordt aangesproken door een fietser met een mooi insigne op de revers van zijn jas. “Goedemiddag meneer”, zegt de fietser, “mag ik u wat vragen?” “Natuurlijk”, zegt de man met de hond. “Mijn naam is Jaspers”, vervolgt de fietser “en ik ben in dienst van de gemeente als bijzondere opsporingsambtenaar. Ik houd toezicht op de naleving van de regels in deze mooie gemeente”.
“Nou, dan zou ik maar opschieten”, zegt de wandelaar met een grijns en hij maant de hond om verder te lopen. “Heeft meneer wel een poepzakje bij zich?” klinkt een ietwat gepikeerde stem. Man met hond zwaait nadrukkelijk en ietwat uitdagend met het gevulde poepzakje voor de ogen van de toezichthouder en wil doorlopen als hij het insigne “een leeg poepzakje graag” hoort zeggen. Ongelovig kijkt de wandelaar om naar de ambtenaar die op zijn beurt met licht gekrulde mondhoeken terugstaart. “In de APV van deze mooie gemeente staat dat een hondenuitlater een leeg zakje bij zich moet hebben”.
“Dat had ik ook”, zei de wandelaar “maar dat zakje is nu vol en trouwens….ik ben over 30 meter thuis. En de bedoeling van die regel is toch dat de hondenpoep wordt opgeruimd, zodat de omgeving schoon blijft?” “Natuurlijk, maar APV daarover is helder: iedereen die een hond uitlaat moet opruimmiddelen bij zich hebben. Nu u geen leeg zakje kunt laten zien zoals voorgeschreven, zal ik helaas een bekeuring moeten uitschrijven. Dat wordt dus een duur zakje”, gaat de handhaver verder, terwijl hij zijn genoegen niet helemaal kan onderdrukken. “Deze overtreding kost u 120 euro!”
Zomaar een voorbeeld waarbij de regels belangrijker zijn geworden dan de bedoeling waarvoor ze zijn opgesteld. Het dragen van een leeg hondenpoepzakje is in deze gemeente kennelijk een doel op zich geworden, waarbij de bedoeling (tegengaan van overlast door hondenpoep) helemaal uit het oog is verloren.
Datzelfde beeld kunnen we in veel gevallen herkennen bij gemeentelijke herindelingen. Als reden voor een herindeling wordt veelal de geringe bestuurskracht gebruikt. Gemeenteraden, colleges en ambtenaren zijn niet voldoende toegerust voor hun taken, ontberen eenvoudig de kwaliteit om hun inwoners naar behoren te (be)dienen. Vergeten wordt dat, als je drie gemeenteraden die kwalitatief onder de maat gevonden worden bij elkaar voegt, de kwaliteit daardoor niet automatisch beter wordt. Dat geldt natuurlijk ook voor colleges en ambtenaren. De vijver waaruit gevist kan worden, mag dan wel groter zijn, maar de kwaliteit van de vissen blijft dezelfde. Toch worden deze herindelingen gepropageerd, waarbij het doel (grotere gemeenten vormen) inmiddels belangrijker is dan de bedoeling (bestuurskracht vergroten, verminderen kwetsbaarheid), want dat is in veel gevallen geenszins de uitkomst. Voor veel gemeenten is herindeling zeker niet de beste oplossing, helemaal niet als je de zgn. kloof tussen burger en bestuur niet nog groter wil laten worden.
Mijn oplossing hiervoor is deze: per provincie komt er een gezamenlijke ambtenarenpoule. De ambtenaren en in elk geval de adviseurs komen allemaal in dienst van de provincie die ze dan weer naar behoefte ‘uitleent’ aan gemeenten. Provincies kunnen, alleen al door de massa, beter zorgen voor een gedegen opleiding en deskundigheidsbevordering van de ambtenaren. Daardoor zal in elk geval de kwaliteit van de adviezen stijgen, terwijl ook de kwetsbaarheid van de gemeenten op sommige eenmansfuncties sterk zal verminderen. Natuurlijk moet veel nog verder worden uitgewerkt. Antwoord moet komen op vragen als gaan alle ambtenaren over, op een aantal regievoerders per gemeente na, of geldt de overgang alleen voor de adviseurs en kwetsbare functies. Gaat een evenredig deel van de salarispost van de gemeenten mee of wordt er alleen per inleen of project betaald. Maar het basisidee om te komen tot een gemeenschappelijke ambtenarenapparaat zorgt er in elk geval voor dat gemeenten kwalitatief op hoger niveau hun dienende taak kunnen uitvoeren.
Aan de kwaliteit van de bestuurders gebeurt bij deze oplossing niets, maar dat geldt ook voor herindeling als oplossing,zoals eerder door mij betoogd. De inwoners zullen in elk geval wel profiteren van beter toegeruste ambtenaren en het bestuur blijft herkenbaar dichtbij. En dat is toch uiteindelijk echt de bedoeling!
Reageren? lbruijn@bestuursacademie.nl