Nee, 702010 is niet de nieuwe postcode van Beverly Hills. Het is een trend in opleidingsland. De praktijk van de deelnemer moet centraal staan. 70-20-10 leren is een term die in bijna iedere aanbesteding voor opleidingen wel vermeld wordt: 10% leren tijdens de training, 20% leren door samen te werken met de mensen in je omgeving en 70% in je dagelijkse werkpraktijk door het te doen.
Als opleider tel je niet meer mee als je in je offerte niet minimaal 3 keer noemt dat je 70-20-10 toepast. Dus worden examens aangepast in praktijkopdrachten en portfolio’s, zodat de praktijk al in de training wordt gehaald. En wordt er om digitale leeromgevingen gevraagd in offerte-uitvragen om de uitwisseling van ervaring tijdens, maar vooral na, de training mogelijk te maken. Worden er buddy’s, coaches of mentoren benoemd die je in je werkpraktijk ondersteunen. Maar is dit nu echt wat nieuws of is het een hype met oude wijn in nieuwe zakken? Was het niet altijd al de bedoeling om wat je leerde in de praktijk toe te passen? Neem als voorbeeld het rijexamen. Al tijdenlang moet je eerst je theorie-examen halen om vervolgens je rijvaardigheid in een praktijkexamen te toetsen. Maar toch roept iedereen dat je pas echt leert rijden nĂ¡dat je je rijbewijs hebt gehaald.
Daar moest ik aan denken toen mijn zoon zijn rijbewijs had gehaald. In een keer geslaagd voor zijn theorie en ook het praktijkexamen in een keer gehaald. Die 10% had hij goed afgelegd, dus dat moest wel goed komen. Toch denk ik dat ik zenuwachtiger was dan hij, toen hij voor de eerste keer in mijn geliefde Saab ging rijden. Vooraf heb ik hem natuurlijk alle charmes (sommige zeggen: nukken) van de Saab uitgelegd: de koppeling heeft een korte slag, dus pas op dat hij niet afslaat, een benzineauto rijdt anders dan de lesdiesel, de contactsleutel moet naast de handrem en kan er alleen uit als hij in de achteruitversnelling staat enzovoort. Hiermee gaf ik natuurlijk prachtig invulling aan de 20% van het nieuwe leren, dus dat kon niet meer fout gaan. Helemaal klaar voor de start zat ik naast hem op de passagiersstoel. De 70% kon beginnen. Het zonnetje scheen, gordels om, sleutel in het contactslot, koppeling ingetrapt, en toen…… gebeurde er niets. Hij keek me vragend aan en het volgende briljante gesprek ontspon zich:
‘Wat nu, pap?’
‘Nou, starten natuurlijk.’
‘Maar waar zit dan de startknop?’
‘Die zit niet op een auto van 18 jaar oud.’
‘Maar hoe start ik hem dan?’
‘Met de sleutel, jongen.’
‘Maar hoe dan?’
‘Door hem om te draaien.’
Na het starten reed hij rustig zonder horten of stoten weg en manoeuvreerde de Saab beheerst door het verkeer. Geen enkel probleem, tot we weer thuis waren. Hij parkeerde de auto, zette hem op de handrem en keek me weer vragend aan.
‘En nu?’
‘Nu moet je hem uitzetten.’
‘Gaat dat ook met de sleutel?’
‘Ja, die moet je nu terugdraaien.’
Tja, ik was even vergeten dat hij alleen nog maar had gelest in een auto met een start-/stopknop. Dan is het verouderde concept van starten met een sleutel onbekend. Het nut van de leren van de mensen in je omgeving is in dit geval dus aangetoond. En het heeft zijn omgeving (mij dus) er ook weer van bewust gemaakt dat er zo veel dingen zijn die je als vanzelfsprekend aanneemt terwijl die voor een ander nieuw zijn.
Het maakt me daarom eigenlijk niet meer uit of 70-20-10 oude wijn of nieuwe wijn is. Zolang het er maar toe leidt dat onze cursisten een training krijgen waardoor ze klaarstaan voor de praktijk. Waardoor ze stevig genoeg staan om ook hun collega’s om raad te vragen als ze startknop niet weten te vinden, het college door de verkiezingen door elkaar geschud is of maatschappelijke ontwikkelingen een andere aanpak vragen. Waar ze misschien zelfs de creativiteit geleerd hebben om de draadjes onder het dashboard met elkaar te verbinden om te starten als er geen startknop of sleutel is. Zodat ze goed voorbereid kunnen werken in en aan de veranderende omgeving waarin de overheid zich beweegt.
Auteur: Herrick Jellema