Binnenkort begint bij ons het circus weer of, zoals wij dat noemen, de POPpenkast. Moeten we bij onze manager een POP gesprek gaan voeren. Ter voorbereiding daarop ben ik nu bezig om het formulier in te vullen dat gisteren mijn mailbox binnenstormde met de veelbelovende aankondiging ‘Tijd om weer aan je toekomst te denken…’.
Het zal wel. Ben benieuwd hoe die nieuwe dat gaat doen. De vorige manager was niet zo moeilijk. Die was sowieso al makkelijker bereikbaar. Zijn deur stond letterlijk altijd open en hij struinde ook vaak over de afdeling. Waar andere managers zich opsloten in vergaderkamers, zich in hun kantoor verborgen achter hun laptop of met een indrukwekkende stapel papier door de gangen stapten, leek die van ons zeeën van tijd te hebben, in elk geval voor ons. Hij kende ons dan ook door en door en had vaak tijd voor een praatje.
Als we een functioneringsgesprek hadden, vroeg hij aan het eind gewoon welke ambities we hadden en of we iets nodig hadden om die ambities te verwezenlijken. Niks geen dikke papierbrij doorworstelen. Hij was kritisch op de directie en vond dat ze veel te gewichtig deden. Hij was niet zo van de vergezichten (kun je tegenwoordig ook makkelijk premier mee worden), maar had zijn zaakjes altijd prima voor elkaar, daar konden ze aan de top niets van zeggen. Toch pruimden ze hem niet. Laten we maar zeggen dat hij gewoon niet paste in de interessant lijkende managementcultuur in onze gemeente.
De nieuwe heeft daar kennelijk geen moeite mee. Hij zit er nu een maand of twee en precies zoveel keer heb ik hem gezien. Bij het voorstelrondje en tijdens een afdelingsoverleg. Hij is gek op papier, het lijkt wel of hij aandelen heeft in een papierfabriek. Neem dit document nou dat elf blaadjes beslaat, ELF. Dit gaat toch helemaal nergens over.
Nou laat ik maar gauw beginnen. Het begint met wat leeswerk over de introductie van een POP: een zelfanalyse, het ontwikkelgesprek en een, ja daar komt ie, POP-overeenkomst. Wie wil nou een POP-overeenkomst? Mijn bazen in elk geval wel, hiertoe vast opgestookt door overijverige HRM-meisjes die van de drie simpele blaadjes van vorig jaar er nu elf wisten te maken. Knap hoor!
Waar ben ik goed in, wat wil ik verbeteren en wil ik ook op termijn ander werk gaan doen. Tja baas, als je niet weet waar ik goed in ben, ben je geen knip voor de neus waard. Ik hoef voor mezelf niets te verbeteren. Ik geloof niet zo in dat competentie gedoe. Ik ga liever aan de slag met de dingen die ik goed kan. Ja, ik wil wel gemeentesecretaris worden, al is het maar voor één dag. Je bent dan de baas van alle ambtenaren en ik zou die dag gebruiken om heel veel papierwerk en andere rompslomp af te schaffen, uiteraard te beginnen bij het POP-gesprek.
Ik zou de managers verplichten om gewoon af en toe eens even langs te lopen bij de mensen en een praatje met ze aan te knopen. En dan één keer per jaar een mooi gesprek waar je samen de tijd voor neemt. Lekker buiten de deur lunchen en gewoon van mens tot mens met elkaar praten. Geen bureaucratische rimram, want met een goed gesprek hebben we echt geen POP meer nodig.
Lex Bruijn, Adviseur/Trainer Bestuursacademie Nederland
Reageren? lbruijn@bestuursacademie.nl