Heeft het gedrag van een ander invloed op jou of je werk en wil je daar op een prettige manier feedback over geven? Met onderstaande tips zorg je dat jouw feedback duidelijk overkomt en effectief is.
Iemand aanspreken op bepaald gedrag is best lastig! Je wilt de ander niet het gevoel geven dat hij of zij dingen fout doet. “Jij doet dit niet goed” vindt niemand prettig om te horen, want dat klinkt heel veroordelend. Betrek de feedback daarom op jezelf. Wat valt jou op aan het gedrag van de ander en welk effect heeft dit gedrag op jou? Praat dus in de ik-vorm: “Ik merk dat je de laatste tijd vaak te laat komt bij onze vergaderingen en dat geeft mij het gevoel dat je het niet serieus neemt.”
Feedback moet je doseren. Het is beter om een of twee punten te bespreken, zodat je de ander niet overdondert en de boodschap helemaal niet overkomt. Kom dus meteen tot de kern. Dat doe je met behulp van het 6 G’s-feedbackmodel:
Beschrijf het gedrag, gevolg en eventueel gevoel het liefst in drie zinnen. Hierdoor is de kern van je feedback meteen duidelijk en er is voor de ander minder ruimte om je te onderbreken met een excuus of verdediging.
Vaak heeft direct reageren op het gedrag de voorkeur, omdat je dan concreter kunt zijn en het gedrag nog goed in het geheugen van de ander zit. Maar het is niet altijd mogelijk om meteen feedback te geven. Je moet jezelf daarom altijd afvragen of de omstandigheden ernaar zijn en of de ander (op dat moment) openstaat voor feedback. Soms is het beter om een ander geschikt moment te zoeken, waarop je elkaar onder vier ogen kunt spreken.
Wil je bovenstaande tips succesvol leren toepassen? Dat kan met de Training Feedback Geven en Ontvangen. Kijk voor meer informatie over deze training op onze website of neem contact op met een van onze opleidingsadviseurs via 035 - 7 604 850 of info@bestuursacademie.nl.
Mogelijk ook interessant voor je: onze blog ‘Hoe ga je om met (kritische) feedback? ’.