Uit nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) blijkt dat het vertrouwen in de pers, banken, ambtenaren, politie, de Tweede Kamer en de Europese Unie in de afgelopen twee jaar licht gestegen is. Het vertrouwen in de medemens is gelijk gebleven ten opzichte van 2017. In zowel 2017 als 2018 meldt 62 procent de medemens te vertrouwen.
Op de goede weg
Een duidelijke meerderheid geeft aan vertrouwen te hebben in gezaghebbende instituties. Zo heeft in de periode 2017-2018 bijna driekwart vertrouwen in de politie, krap driekwart in rechters en 64 procent in het leger. Dit vertrouwen is sinds 2012 iets toegenomen. Het vertrouwen in de Tweede Kamer (42 procent) en in de Europese Unie (54 procent) is aanmerkelijk lager, maar is in de afgelopen jaren wel gegroeid.
Opleiding
Het vertrouwen neemt toe met het niveau van de opleiding. Dat is sinds 2012 niet veranderd. In 2018 heeft 43 procent van de mensen met alleen basisonderwijs vertrouwen in de medemens. Dat vertrouwen loopt op tot 84 procent bij de groep met een universitaire opleiding. Hoger opgeleiden hebben doorgaans ook meer vertrouwen in (politieke) instituties dan lager opgeleiden. De verschillen zijn echter minder duidelijk dan bij het onderlinge vertrouwen. Een duidelijke uitzondering is het vertrouwen in banken, dat neemt af van 51 procent bij de laagst opgeleiden tot 36 procent bij de hoogst opgeleiden.
Regionale verschillen
Het vertrouwen in de medemens verschilt per provincie. Zo is het onderlinge vertrouwen het laagst in Flevoland (55 procent) en het hoogst in Utrecht (68 Procent). Andere provincies waarin het vertrouwen in de mens lager is dan 60 procent zijn Limburg, Zuid-Holland, Zeeland en Noord-Brabant.