Op 13 en 14 juni vond het jaarlijkse VNG-congres in Groningen plaats. Eén van de toonaangevende sprekers op dit congres was Tim van Hattum. Anneke Hoogenboom (accountmanager bij Bestuursacademie Nederland) was bij zijn lezing aanwezig. Haar conclusie: “Tim heeft een indrukwekkend en alarmerend betoog gehouden over een groenere toekomst, hij liet zien dat de transitie al volop gaande is, gelukkig maar!”
Eén van onze experts, Niels Rood, gaat in dit commentaar verder in op de visie van Van Hattum en waarom die momenteel terecht veel aandacht krijgt.
Tim van Hattum is Programmaleider Klimaat aan de WUR (Wageningen University & Research) en ontwikkelde een projectie van Nederland over 100 jaar. Centrale vraag hierin: wat gebeurt er als we ons verhaal veranderen van een maakbaar Nederland – waarin we asfalteren en beton gieten, water opsluiten en dijken verhogen, veen laten oxideren en gif spuiten – naar een verhaal dat we baseren op leven met de natuur? Wetenschappers kunnen veel impact hebben: wat drie jaar geleden begon als een boek en een korte YouTubevideo voor de generaties die niet meer lezen, is nu een gehonoreerd Groeifondsproject waar het kabinet 110 miljoen euro in investeert.
De visie van Van Hattum en zijn collega’s verenigt het aanpassen aan de veranderende omstandigheden (klimaatadaptatie) met klimaatbeleid (energieopwekking, -opslag en reductie van CO2-uitstoot) en biodiversiteit.
Nog meer ruimte voor water, ander landgebruik, groene steden en een ander IJsselmeer. Bron: WUR.
Zoals vaker schuilt in het ene probleem de oplossing voor een ander probleem. De veengronden bijvoorbeeld hebben nu last van bodemdaling. Om koeien te kunnen houden of gewassen te telen moeten machines het land op. De waterstand wordt daarom laag gehouden. Het veen droogt uit, oxideert en een hoge CO2-uitstoot is het gevolg. Tegelijk hebben we in Nederland behoefte aan grote stukken ruimte waar we tijdelijk water kunnen bergen. Door de veengebieden te vernatten en er bijvoorbeeld gewassen voor biobased bouwmateriaal te laten groeien, hebben we twee problemen opgelost. En bovendien is er veel meer ruimte voor biodiversiteit en natuurherstel. Ook energielandschappen kunnen worden ingepast.
De kaart van Nederland zal ingrijpend veranderen. In Nederland hebben we een vergaande bescherming van belangen ingebouwd en soms word je al moe van de procedures om een simpel schuurtje te vertimmeren. Daardoor lijken grootschalige veranderingen, zoals op de afbeelding, een hopeloze onderneming. Maar als we naar de kaart van Nederland van 1920 kijken, was dat ook echt anders dan nu. In een eeuw kan er veel veranderen. Laten we de ontwikkelingen maar zo’n beetje gebeuren, vertrouwend op wendbaarheid en improvisatievermogen? Of kiezen we een koers gebaseerd op een duidelijk eindbeeld?
Het verhaal van Tim van Hattum is een verhaal over hoop. Nu we, amper zeven jaar na Parijs, al 50% kans hebben dat we in 2026 de anderhalve graad opwarming aantikken, is hoop een belangrijke brandstof voor verandering. Zijn perspectief is aantrekkelijk, want leven in een groene stad die omringd wordt door natuur, is aantrekkelijker dan grijs beton en grauwe baksteen te midden van eindeloze grasvlakten zonder bodemleven. Het is een feit dat we over honderd jaar niet elke dag tweehonderd gram vlees kunnen eten, maar moet dat zwaarder wegen dan natuur om je heen?
Wilt u meer weten over dit klimaatprogramma, lees dan het boek Only Planet, Klimaatgids voor de 21ste eeuw, door Tim Van Hattum.